in de jarige stad Haarlem
met optredens van:
spreekstalmeester Marius Bruijn
muzikale omlijsting Wouter Kuyper
Locatie: Janskerk (Noord-Hollands Archief), Jansstraat 40 Haarlem
Aanvang: 15 uur – inloop vanaf 14.30 uur – gezellige nazit na afloop
Entree: € 7,50 / aan de zaal € 10,- (hapje en drankje na afloop inbegrepen)
Boekhandel aanwezig, gelegenheid tot signeren
Met medewerking van: Huijsing Books, boekhandel Blokker, De Vries, Athenaeum Boekhandel, Kennemer Boekhandel, &Wine Wagenweg 25
€ 7,50 / ticket – bestel nu en bespaar ( € 10,- aan de zaal )
Na uw bestelling nemen wij contact met u op.
De Halewijnprijs wordt jaarlijks uitgereikt aan een auteur die naar de mening van een deskundige jury, op grond van de literaire kwaliteit en onweerstaanbaarheid van haar/zijn gepubliceerd werk, bredere belangstelling verdient. De naam van de prijs verwijst naar het ‘Lied van Heer Halewijn’ waarin onweerstaanbaarheid een belangrijk thema is. De prijs bestaat uit een geldbedrag en een kleinplastiek in brons van de kunstenaar Dick van Wijk.
De Halewijnprijs is een landelijke literatuurprijs die al jarenlang vanwege zijn unieke doelstelling en werkwijze goede bekendheid geniet in het Nederlandstalig literaire landschap tot over de grens met Vlaanderen. Bij de Halewijnprijs gaat het om auteurs van oorspronkelijk Nederlandstalig werk, die wel al voorbij hun debuut zijn. De Halewijnprijs is een auteursprijs.
De juryleden speuren het gehele jaar door zelfstandig en onafhankelijk naar goede auteurs die meer aandacht verdienen. Er kan dus niet – zoals bij andere literaire prijzen – werk worden ingezonden. In hun zoektocht beperken de juryleden zich niet tot auteurs van een specifiek literair genre dan wel thematiek of doelgroep. Schrijvers van alle literaire genres als proza, poëzie, kinder- en jeugdliteratuur, essay, non-fictie e.a. komen in aanmerking. Eenmaal per jaar in de zogenoemde ‘Heilige Minuut’ wisselen de juryleden hun individuele zoektochten uit en kiezen uit het resultaat – meestal zo’n 40 à 60 namen – zes auteurs die op grond van hun literaire kwaliteit bredere belangstelling verdienen. Op het eerstvolgende Halewijnfestijn wordt de winnaar Halewijnprijs bekend gemaakt.
In 1986 is de doelstelling van de prijs geformuleerd en vastgelegd door ‘Kring 84’ onder aanvoering van Rinus Rasenberg. In 1994 is de Halewijnprijs overgedragen aan Pon Kranen die sindsdien garant staat voor de inhoudelijke kwaliteit. In het verleden hebben auteurs als Arthur Japin, Tommy Wieringa, Esther Gerritsen en Joke J. Hermsen de Halewijnprijs gewonnen op een moment dat ze nog niet bekend waren. Afgelopen jaren wonnen Peter Drehmanns, Benny Lindelauf, Eva Meijer en Mathijs Deen de prijs. Inmiddels vermelden auteurs een nominatie voor de Halewijnprijs op de flap van een nieuw uitgekomen boek. Op grond van het zorgvuldige selectieproces betekent een nominatie voor de Halewijnprijs op zichzelf al een erkenning en roep om meer aandacht van een breed publiek voor de genomineerde auteur. Meermalen werd een nominatie voor de Halewijnprijs gevolgd door bekroning met een grote literaire prijs. In 2016 is Martin Michael Driessen tot winnaar ECI-literatuurprijs gekroond, enkele maanden na zijn nominatie voor de Halewijnprijs. In 2018 werd de (toen nog onbekende!) Murat Isik na nominatie voor de Halewijnprijs geplaatst op de shortlist Libris Literatuur Prijs 2018 – die hij vervolgens won. Ook het literair talent van Rob van Essen, winnaar Libris Literatuur Prijswinnaar 2019, was in 2007 reeds vastgesteld met een nominatie voor de Halewijnprijs. Als auteur die consequent goede originele boeken schrijft. Ook zijn drie mede-genomineerden voor de Libris Literatuur Prijs 2019 zijn eerder genomineerd voor de Halewijnprijs: Esther Gerritsen (winnaar Halewijnprijs 2004), Jan van Aken (genomineerd 2004) en Johan de Boose (winnaar Halewijnprijs 2011). De Halewijnprijs is uitgegroeid tot een belangrijke prijs voor goede schrijvers die aan de literaire weg timmeren.
2018 Mathijs Deen
2017 Eva Meijer
2016 Benny Lindelauf
2015 Peter Drehmanns
2014 Pauline van de Ven
2013 Erik Vlaminck
2012 Marita de Sterck
2011 Johan de Boose
2010 Vrouwkje Tuinman
2009 Fred Papenhove
2008 Joke J. Hermsen
2007 Peter Delpeut
2006 Stijn van der Loo
2005 Otto de Kat
2004 Esther Gerritsen
2003 Paul Hermans
2002 Tommy Wieringa
2001 Pam Emmerik
2000 Adriaan Jaeggi
1999 Esther Jansma
1998 Arthur Japin
1997 Laurens Spoor
1996 Allard Schröder
1995 Hub Beurskens
1994 Gijs Ijlander
1993 Arjen Duinker
1992 Nicolette Smabers
1991 Halil Gür
1990 Rudi Hermans
1989 André Janssens
1988 Ton van Reen
1987 Jan Huyskens
Juryleden 2019: Peter Altena, neerlandicus en docent; Annelies Eisinga, literatuurwetenschapper & coach; Pon Kranen, voorzitter & algemeen literatuurwetenschapper; Philo Offermans, lerarenopleider en neerlandica.
met afbeelding van hun laatst verschenen werk ten tijde van nominatie
Reggie Baay (Leiden, 1955) schrijft romans, non-fictie en toneel. Zijn werk gaat vooral over het (verborgen) Nederlandse koloniale verleden en de impact ervan op generaties van nu. Hij debuteerde in 2005 met zijn autobiografisch getinte roman De ogen van Solo; de geschiedenis van een Indische vader gezien door de ogen van een zoon. In 2008 verscheen De njai; het concubinaat in Nederlands-Indië. Een taboedoorbrekende studie over de geschiedenis van de Indische ‘oermoeder’, inmiddels in het Indonesisch vertaald en in 2010 opgevolgd door Portret van een oermoeder. Beelden van de njai in Nederlands-Indië. In datzelfde jaar verscheen theatermonoloog ‘Ik ben / Aku adalah’ in boekvorm. [‘Een prachtig lied van woede, wanhoop en hoop’ cit. Alain Pringels van Toneelgroep De Appel]. Na Gebleekte ziel (2012) verscheen Daar werd wat gruwelijks verricht (2015), over de onbekende geschiedenis van de koloniale slavernij in Indië. In 2018 verscheen Het kind met de Japanse ogen, dat op de longlist van de Libris Literatuur Prijs 2019 kwam. Trouw schreef: ‘De grote verdienste van Baay’s Het kind met de Japanse ogen is dat het laat zien dat de verhalen uit die tijd nog lang niet allemaal verteld zijn.’
Paul Gellings (Amsterdam, 1953) is een Nederlandse dichter, schrijver en vertaler. Van 2004 tot 2006 was hij stadsdichter van Zwolle. Voor de wijze waarop hij al bijna veertig jaar de Franse taal en cultuur voor het voetlicht brengt, is hij in 2012 geridderd tot Chevalier dans l’Ordre des Palmes Académiques. In 2001 verscheen zijn eerste roman Witte paarden, gevolgd door negen andere romans en dichtbundels. In 2010 maakte hij de overstap naar uitgeverij Passage waar o.a. zijn roman De jacht op de klaproos (2015) verscheen, met als onderwerp de affaire Tromp/Tuitjenhorn. Eerdere romans Verbrande schepen (2011) en Augustusland (2013) werden genomineerd voor Overijssels boek van het jaar. Na weer een dichtbundel Café Egidius (2016) en een verhalenbundel Zondagavondbuurt (2017), zag in november 2018 zijn roman De wereld als leugen het licht. Voor april 2020 staat Steden van Pandora, drie vertellingen op stapel.
Toine Heijmans (Nijmegen, 1969) is naast schrijver en journalist een fervent zeiler. Na een aantal journalistieke boeken over hiphop en asielzoekers verscheen in 2007 La vie Vinex, over het leven in een nieuwbouwwijk. In 2011 verscheen zijn fictiedebuut Op Zee dat internationale bekendheid kreeg, verfilmd werd en vertaald in een groot aantal landen. In Frankrijk ontving hij hiervoor als eerste Nederlandse schrijver de prestigieuze Prix Médicis Étranger. In 2014 volgde zijn tweede roman, Pristina, over een uitzetbeambte en een vluchteling, die ook in Frankrijk een succes werd. Zijn miniaturen als rondreizend columnist werden gebundeld in Nederland ligt er prima bij (2017). In 2019 verscheen Met mijn vader is niks mis over zijn vader met Alzheimer en publiceerde hij Marifoonberichten; ‘Over de zee en de mensen die daar willen zijn’. De neerslag van twee decennia gepassioneerd schrijven over de zee en de mensen die daar thuis horen. Waargebeurde verhalen over verdwenen orka’s, twijfelende mosselvissers en geheime eilanden – maar bovenal over het grenzeloze verlangen naar het water.
Sylvia Hubers (1965) debuteerde in 1988 met Doodskreten worden graag gehoord, een bundeling zeer korte, sprookjesachtige en absurdistische verhalen. Sindsdien publiceerde zij vijf dichtbundels en was zij van 2009 tot 2013 stadsdichter van Haarlem. Waarover Joop Leibbrand schreef: ‘Hubers bewijst opnieuw een échte dichteres te zijn: onafhankelijk, eigenzinnig, er zeker niet op uit stad en gezagsdragers te pleasen.’ Voor de buitenwacht leek daarmee proza op een laag pitje te staan. Niets was minder waar: tussen 1988 en 2015 schreef Sylvia honderden zeer korte, eigenaardige verhaaltjes en prozagedichten. 268 daarvan zijn in Hier moet ik ingrijpen (2015) bij elkaar gebracht. Hiermee bewees Sylvia Hubers ‘de ongekroonde koningin (te zijn) van het ultrakorte verhaal, of de miniatuur, of het absurde prozagedicht, en wat er tussenin zit.’ [Roos van Rijswijk op Athenaeum] Kroon op deze gedachte is haar laatste werk Wat als we niet waren betoverd (2018) ‘Geestig en wendbaar (…) de handpalmverhalen van Sylvia Hubers, die ook zware onderwerpen draaglijk kan maken.’ – Arjan Peters in de Volkskrant.
Stefan Popa (1989) is auteur en zelfstandig journalist in Baarn. In 2014 debuteerde hij met de liefdesgeschiedenis Verdwenen grenzen, gevolgd door A27 (2015), een vlugge roman over drie personages die stilstaan, zowel in de file als in het leven. Na de literaire komedie De verovering van Vlaanderen (2016) keert Popa met Of de oleander de winter overleeft terug naar de basis die zijn debuutroman zo succesvol maakte: een groots Europees epos over de kwetsbaarheid van kleine volken in een immer uitdijend Europa. Pitu moet sterven, terwijl hij nog zoveel heeft om voor te leven. Zijn dochter, zijn dorp Crushuva en zijn volk, de Aroemenen met hun eigen taal, dat nog springlevend is. Nog wel! Ze zijn door iedereen vergeten, hoewel zíj de Balkan hebben gemaakt tot wat die is. Zij zíjn de Balkan. ‘De lezer (…) begrijpt ineens meer van de vele oorlogen die daar zijn uitgevochten.’- Paola van de Velde in De Telegraaf. ‘Opperste vertelkunst’ – Joost van Egmond op Donau Magazine.
Wanda Reisel (Curaçao, 1955) publiceert sinds 1985 romans, filmscenario’s en theaterstukken. Bedrog en zelfbedrog zijn terugkerende thema’s in haar werk. Ook de tragische en ontroerende tekortkomingen van de mens, die zich zo graag illusies maakt. Haar romans Baby Storm (1998) en Een man een man (2001) werden genomineerd voor de Libris Literatuurprijs. Voor haar roman Witte liefde (2004) ontving zij de Anna Bijns Prijs 2007. Met Nacht over Westwoud (2011) roerde Reisel een nieuw thema aan, hoe in een samenleving de altijd sluimerende vreemdelingenangst plots kan toeslaan. Met jeugdvriend Herman Koch publiceerde ze in 2017 een brievenboek met herinneringen aan een levenslange vriendschap. In Adam (2019) beschrijft ze de tomeloze tocht van de man Adam, die van Amsterdam via Zürich en Shanghai door een wereld waarin morele grenzen steeds meer worden opgerekt, filosofisch eindigt in de stilte van een Noors fjord. ‘Mythisch beeld van een mannenwereld’ [Kees ’t Hart in de Groene]
Stichting Kring Halewijn streeft ernaar om correcte en actuele informatie te verstrekken via deze site, maar versterkt geen garanties voor de juistheid of volledigheid ervan. De informatie is uitsluitend indicatief bedoeld en is aan wijziging onderhevig. is niet aansprakelijk voor schade als gevolg van onjuistheden en/of gedateerde informatie van deze site.
e: info@halewijnprijs.nl
m: +31 (0)6 20546800
IBAN NL76 RABO 0346 8082 19
RSIN/Fiscaal nummer: 8602.52.942
KVK: 75360853